door Margriet Oostveen, Volkskrant, 12 september 2017
Harma Heikens verlaat de kunst met een grote K. Niet omdat ze te weinig geld krijgt: ze werkt al tien jaar zonder subsidie. Ook niet omdat ze geen succes heeft: haar sculpturen zijn tentoongesteld van Amsterdam tot New York. Evenmin omdat haar een ‘Berufsverbot’ zou zijn opgelegd, zoals sommigen nu tot haar afgrijzen beweren. Dat klopt niet.
Harma Heikens houdt op omdat ze het vertikt als kunstenaar te worden ingezet in de culture wars van het burgerlijke midden. Zij ziet de kunst vertrutten sinds ook hier ‘de gewone man’ de dienst uitmaakt. De gewone man die behoefte zou hebben aan ‘verbindende idealen’ en zich door van alles en nog wat bedreigd voelt. Kunstenaars worden steeds vaker geacht ‘dat leed te verzachten met een Groot Verhaal, liefst eentje waarin de Gewone Man zelf figureert’. Knuffelkunst, is dat wel genoemd. ‘Dat vind ik pas bedreigend’, schreef Harma Heikens, toen ze haar besluit vorige week per e-mail rondstuurde.
De knieval voor de publieke opinie in beroepsgroepen die ooit geacht werden onafhankelijk te denken, begint inderdaad wel een beetje een fenomeen te worden. Als het Rotterdamse Witte de With Center for Contemporary Art onder druk van protesten aankondigt van naam te veranderen in iets dat ‘niet kwetst en buitensluit’, bijvoorbeeld. Of wanneer dertig ‘journalisten en mediaprofessionals’ een ‘manifest’ ondertekenen met de omineuze titel ‘Naar een verantwoorde journalistiek’. Nu een ‘groeiend aantal Nederlanders zich afkeert van het nieuws’, schrijven ze met een nogal misplaatst gevoel voor causaliteit, is een verslaggever pas ‘verantwoord’ bezig als die meer goed nieuws verspreidt. Positief doen verkoopt ook beter, dat weet iedere marketeer, maar dit terzijde.
Harma Heikens werkt en woont in een oud schoolgebouw in de Groningse binnenstad. Op haar ezel staat een nieuw, onvoltooid reliëf, van een moslima in niqaab met haar IS-vriendje: ‘Kijk, net Bonnie en Clyde’, zegt de kunstenaar, die een krantenfoto van het stel laat zien. Maar haar IS-strijder ziet er ook nog uit als het Beest uit Belle en het Beest. En het geheel heeft iets van een Blaxploitation-filmposter. Meerduidigheid die weerstand zal oproepen, dat heeft Harma Heikens genoeg ervaren. ‘Tegenwoordig hangen ze er liefst een bordje naast: De kunstenaar bedoelt het goed.’
Twee jaar geleden beschreef ik hier hoe haar beeld ‘Toys in the attic’, een op een dildo knabbelend soort poezenkind in afgezakt broekje, van het Groningse festival Noorderzon werd verwijderd. Dit omdat twee jongens dreigden de boel in brand te steken. Maar de directie van het festival werd vervolgens boos op nota bene de kunstenaar zelf, omdat zij in de lokale pers haar verbazing uitte. ‘Het zou in Nederland nooit mogen voorkomen dat een kunstwerk niet getoond wordt om zijn inhoud’, liet haar vaste galerie KochXBos in Amsterdam destijds nog weten.
Maar dit jaar weigerde KochXBos een werk van Heikens te exposeren en ging haar tweede solotentoonstelling daar niet door. Het ging om een sculptuurtje van een brandende Amerikaanse vlag: ‘Verbranding van een symbool, dat vonden ze niet kunnen’. Alsof ze echt van plan was vlaggen te verbranden, zegt Harma Heikens. ‘Maar het is een sculptuur van een brandende vlag, ook nog in de stijl van een comic book. Dat is iets heel anders.’ Ik bel later galeriehouder Esther Koch, die het verhaal bevestigt: ‘Ik herken de vertrutting waar Harma het over heeft. En kunst moet schuren. Maar niet zó.’
Harma Heikens vertelt over haar vroegere galeries. Ben en Harrie Loerakker, ‘ouderwetse galeristen’, als daar iemand binnenliep en zei dat haar kunst ‘niet kon’ dan ging Hannie geduldig uitleggen waarom het wel kon. Of Jacob Witzenhausen, die met de armen over elkaar voor zo iemand ging staan en zei: ‘Als het je niet bevalt, dan donder je maar op!’ Dat burgers nu meer aanstoot aan kunst zouden nemen is een misverstand, zegt Harma Heikens, dat was altijd al zo. ‘Er zijn alleen steeds minder mensen die iets durven verdedigen.’ Er kwamen nieuwe bestuurders en technisch directeuren zonder veel benul van kunst, die dat nog trots hun ‘frisse blik’ noemen ook. Mensen die altijd positief willen zijn en heel bedreven zijn in kunstretoriek en subsidieproza: alles moet cutting edge zijn en ‘op het scherpst van de snede’ en ‘risicovol’. Harma: ‘Maar ze willen niet begrijpen dat bij risicovol werk hoort dat je ook risico loopt.’ Het moet schuren, maar het mag geen pijn doen. Harma Heikens wil niet iemand worden die zich steeds moet afvragen of haar werk gedoe zal veroorzaken, want daar was het haar nooit om te doen. Zij wil alleen maar onbevangen blijven.
lees hier het oorspronkelijke artikel:
De interessantste kunst maakt burgers dikwijls boos
Door: Arnon Grunberg 16 september 2017
‘Zij ziet de kunst vertrutten’, schreef Margriet Oostveen in een mooie column over de kunstenares Harma Heikens, dinsdag in de Volkskrant. Heikens houdt met kunst op, omdat de woede en het ongemak van de kunstconsument onbegrip verraadt. Een beeld van ‘een op een dildo knabbelend soort poezenkind in afgezakt broekje’ werd twee jaar geleden bij een festival verwijderd, ‘omdat twee jongens dreigden de boel in brand te steken’.
De commentatoren die doorgaans oproepen om streng op te treden tegen dreigementen en vernielingen bleven toen stil. De interessantste kunst heeft burgers en autoriteiten dikwijls boos gemaakt. Heikens’ bezwaar is dat de kunstwereld zelf het boos maken onaangenaam is gaan vinden. In zijn boek Obsceen, de geschiedenis van een verontwaardiging schrijft Ludwig Marcuse: ‘De wraak van de onmachtigen is het aanstoot nemen.’ Dat moet je hun gunnen, zolang ze beloven de boel niet in brand te steken of anderszins te vernielen.
https://www.volkskrant.nl/opinie/de-interessantste-kunst-maakt-burgers-dikwijls-boos~a4516904/?hash=dccab8f53c62e6ea4674135175a8cb57956f25fc via @volkskrant