Om te zien was Lynndie England best schattig, met haar appelwangetjes. Toch werd ze in 2005 tot drie jaar celstraf veroordeeld wegens het vernederen en fotograferen van Iraakse gevangenen in Abu Ghraib. Een iconisch beeld is uit die periode overgebleven: de figuur met puntige hoofdkap en gespreide armen, die stroomdraad aan zijn handen heeft. Op haar solo-tentoonstelling ‘All is fair in love and war’ in de Amsterdamse KockxBos Gallery heeft Harma Heikens een variant van deze martelaar neergezet. Alleen zien we onder de puntkap geen Irakees schuilgaan, maar een guitig grietje dat vooral doet denken aan Roodkapje. Haar kaplaarsjes maken de verschijning nog aandoenlijker, tot je de tekst op het bord om haar nek leest: ‘God hates us all’. Ook een schattig uiterlijk zal je niet redden.
Heikens’ beeld is verraderlijk, want verwijst ook naar een heel andere geweldstraditie, die van de Klu Klux Klan. Puntmutsen doen vaker dienst als rituele hoofdtooi. Maar de bedrieglijkheid zit vooral in het materiaalgebruik. Deze Roodkapje is gemaakt van ‘synthetisch hout’, met water aangemaakt cellulosepoeder dat eenmaal opgedroogd zo hard wordt dat je het kunt bewerken: snijden, schuren, boren, hakken. Het gepolijste eindresultaat verwart omdat je niet goed weet waar je naar kijkt. Is het hout of plastic, geboetseerd of gefabriceerd? Dit dubbelhartige karakter kenmerkt alle beelden van Heikens en is daardoor zeer effectief, want het weerspiegelt de politieke ambivalentie van haar werk. Kinderen spelen vaak de hoofdrol, aaibaar en snoeperig, maar ze hebben attributen als dildo’s en granaten die een heel andere, keiharde werkelijkheid verraden.
De heftigste plastiek op de tentoonstelling is ‘Original Gangsters’, een Heilige Drieëenheid waarin honden centraal staan. God is een buldog, die triomfantelijk met zijn linkerpoot op een aan stukken gescheurde herder staat, die moest sterven voor onze zonden. De ingewanden zijn in roze, rood en paars zeer expliciet door Heikens uitgebeeld als een obscene massa vleeswaren. Daarbovenuit torent een Hot Dog, een worstenbrood op pootjes. Dit moet de Heilige Geest zijn, die kitscherige tranen weent bij het wrede tafereel. Het is verleidelijk om in deze beeldengroep een verwijzing te zien naar de katholieke kerk, die vroom maar met tegenzin het wereldwijze misbruik van kinderen toegaf. Een aanklacht, gekneed van kunstmatig hout.
Tot welk genre moet je dit werk rekenen? Neo-pop? Low-brow? Ironisch expressionisme? Het toonaangevende, Amerikaanse cultblad Hi Fructose Magazine, dat Heikens over haar tentoonstelling in Amsterdam interviewde, noemt de stroming waartoe zij hoort New Contemporary Art. Die nieuwe hedendaagsheid uit zich veelal in werken van een verfijnde ambachtelijkheid met cartoony of gothic elementen: een glad oppervlak met een duistere inhoud. Dat kan verzanden in decoratieve behaagzucht, maar bij Heikens leidt het tot een akelig soort lieflijkheid. Aaien, op eigen risico.